President Simons omarmt religie
De installatie van president Jennifer GeerlingsāSimons raakte een snaar die diep in het klankbord van de Surinaamse beschaving weergalmt. Het was meer dan ceremonie of staatsrechtelijke formaliteit, het was een zinnebeeldige gebeurtenis die de ziel van Sranan beroerde. Want in onze republiek leven vele goden, en president Simons omarmde hen met open armen.
Twee zegeningen, ƩƩn boodschap
Tijdens haar ambtsaanvaarding koos zij ervoor zich te laten zegenen door geestelijken uit twee verschillende geloofstradities: de Rooms-Katholieke Kerk en het Volle Evangelie. In dit symbolisch gebaar lag een erkenning van onze religieuze verscheidenheid besloten. Het is geen gebruik dat overal ter wereld navolging kent.
Een meerstemmig Suriname
Suriname is een meerstemmig land: hindoes, moslims, christenen, winti-aanhangers, boeddhisten en zij die hun goden dragen zonder naam of boek.
President Simons zond met haar keuze een signaal uit: zij is geen leider van slechts ƩƩn groep, maar van alle kinderen van deze natie. Door zich te laten zegenen door vertegenwoordigers uit verschillende geloofsstromingen, toonde zij eerbied voor het morele erfgoed van alle bevolkingsgroepen. Het was een daad van verbondenheid. Geen verdeling, geen afzondering, maar een gebaar van eenheid.
Dromen die richting wijzen
Men zou kunnen dromen. Dromen zijn in Suriname geen vlucht, maar richtingaanwijzers. Van een toekomstige beƫdiging waarin ook een pandit bidt, een imam reciteert, een dominee een psalm aanhaalt en een winti-priester geurige kruiden spreidt in een zegenend gebaar. Niet als folkloristisch spektakel, maar als echo van wie wij werkelijk zijn: een natie van velen, geworteld in ƩƩn bodem.
Religieus en politiek geladen
Was haar keuze religieus of politiek? De waarheid ligt, zoals zo vaak, in het midden. Het was religieus, want het eerde de geestelijke krachten die velen erkennen. Het was politiek, omdat het een boodschap uitzond die elke burger kon verstaan: “Ik dien u allen.” Niet slechts de kerkganger of de tempelbezoeker, maar ook de twijfelaar, de zoeker, en de kinderlijke gelovige.
Een persoonlijke eed
In Suriname is de zegening bij installatie van de president, ministers en andere hoogwaardigheidsbekleders geen vaste vorm, maar een persoonlijke keuze. Ministers mogen kiezen voor de religieuze eed: āZo waarlijk helpe mij God Almachtigā, met de hand op de Bijbel, de Koran of andere heilige boeken. Anderen leggen een algemene belofte af, zonder verwijzing naar religie. Christenen kiezen vaak voor de Bijbel; hindoes voor hun heilige boeken; moslims voor de Koran; sommigen voor niets anders dan hun geweten.
Geloof met waardigheid gedragen
Vicepresident Gregory Rusland staat bekend als protestant. Zijn geloof is geen geheim, maar hij draagt het waardig, zonder het op te dringen aan wie anders gelooft. Ook hij staat als symbool voor die Surinaamse geest van respect en vrijheid.
Meervoudige zegen in het kabinet
Uit de beĆ«digingsceremonie bleek dat de ministers in het kabinetāSimons, ieder op persoonlijke wijze, hun eed of belofte aflegden. De eed werd afgelegd met religieuze overtuiging, in dienst van het volk.
Lessen voor de toekomst
Wat kunnen wij hieruit leren? Dat nationale eenheid niet ontstaat door gelijkvormigheid, maar door het respecteren van verschil. Dat de hoogste ambten van staat niet slechts juridische machtscentra zijn, maar symbolische ruimtes van nationale identiteit. En dat Suriname pas echt volwassen wordt, wanneer hij zijn veelheid niet vreest, maar viert.
Suriname leeft met vele goden. En dat is geen zwakte, maar een zegen.
De grens die verbindt
Toch stelt deze veelheid ook vragen aan ons staatsbestel. Wat betekent secularisme in Suriname, waar geloof geen bijzaak is maar levensadem? De scheiding van kerk en staat is in ons land geen ijzeren hek, maar een moreel kompas: het voorkomt dat de ene levensbeschouwing de andere overheerst, maar sluit spiritualiteit niet uit van het publieke domein. In ons land is de staat neutraal, maar niet kil; zij sluit geen goden buiten, zolang zij elkaar niet bevechten.
Secularisme in Suriname is daarom geen dogma van goddeloosheid, maar een wijze balans: de staat bestuurt met beide voeten op de grond, maar met het oor open voor de hemelse muziek van haar burgers. President Simons die zich laat zegenen door meerdere geestelijken overtreedt die grens niet. Zij eert de stemmen van het volk in hun verscheiden klank.
De meergoden-zegen als staatstraditie
De vraag rijst dan: kan deze āmeergoden-zegenā, deze symbolische bekrachtiging van eenheidsdiversiteit, uitgroeien tot een Surinaamse staatsĀtraditie? Het antwoord zou wel eens bevestigend kunnen zijn. Niet als verplichting, maar als spiegel van de ziel van de natie.
Een ritueel waarin de geestelijke stemmen van het land zich verenigen om het leiderschap te zegenen, zou geen breuk vormen met secularisme, maar een Surinaamse vorm van het sacrale staatsbesef. Geen dogmaās, maar deugden. Geen rituele macht, maar moreel gezag. Een gezamenlijk gebed, niet tot ƩƩn God, maar tot de vrede zelf.
Zoān traditie zou Suriname niet binden aan religie, maar verankeren in de geest van verdraagzaamheid.
Harmonie
En zo leren wij opnieuw: dat het hart van Suriname niet klopt in enkelvoud, maar in een harmonisch veelvoud. En dat in een land waar de regenboog goddelijke taal spreekt, het slechts passend is dat ook het hoogste ambt zich buigt voor de kracht van eenheid in verschil.
Moge het een zegen zijn van velen, voor allen.
Henk Doelwijt







