Religie

Eenheid in verscheidenheid

Spanningen binnen de Volle Evangeliebeweging Voorwoord  De Volle Evangeliebeweging in Suriname groeit. Waar groei is, ontstaat ook spanning. In een serie beschouwingen wordt ingegaan waarom onenigheid binnen de gemeenten voorkomt, hoe tweedracht ontstaat en vooral: hoe echte eenheid bewerkstelligd zou kunnen worden. Elk hoofdstuk biedt inzicht, perspectief en een oproep tot verzoening. Niet om te oordelen, maar om wakker te maken. Verdeeldheid kan geen genezing brengen aan een verscheurde samenleving. Foto’s hebben slechts een illustratieve bedoeling.  Hoofdstuk 3 Eenheid in verscheidenheid  Dit hoofdstuk laat zien hoe geestelijke leiders door nederigheid en voorbeeldgedrag, verdeeldheid kunnen voorkomen en actief kunnen werken aan verzoening binnen de gemeente.  Wie Suriname kent, weet: dit land is verscheidenheid. Van het binnenland tot de kustvlakte. Het is een bonte panorama van talen, culturen, geloven en tradities. Suriname is geen smeltkroes waarin alles oplost, het is een mozaïek, waarin elk steentje zijn eigen kleur behoudt en toch samen een geheel vormt. In deze rijke, maar ook gevoelige samenleving heeft de Volle Evangeliebeweging een bijzondere plaats ingenomen.  Deze beweging begrijpt dat het Evangelie geen cultuur afschaft, maar juist vervuld. Jezus is niet gekomen om mensen tot één cultuur te maken, maar om mensen van allerlei culturen samen te brengen. Mensen zijn verschillend Je ziet dat letterlijk voor je ogen: Marrons, Hindostanen, Javanen, Creolen, Chinezen in dezelfde samenkomst, knielend voor dezelfde Heer. In een wereld die graag etiketjes plakt en groepen tegenover elkaar zet.  Deze verscheidenheid houdt niet automatisch in dat alles vlekkeloos verloopt. Verschillende achtergronden brengen verschillende manieren van denken, organiseren en communiceren met zich mee. Wat voor de één logisch is, is voor de ander vreemd. Zo ontstaan er wrijvingen, misverstanden en achterdocht. Niet uit boze wil, maar uit het eenvoudige feit dat mensen verschillend zijn. Hier komt de ware opdracht van de Volle Evangeliebeweging naar voren: eenheid zoeken zonder uniformiteit op te leggen. Verschil mag er zijn, maar het mag geen scheiding worden. Multicultureel In preken klinkt de oproep om verschillen te overbruggen, om niet te kijken naar afkomst, maar naar bestemming. De benadering is bewust multicultureel opgezet om die boodschap te onderstrepen.  Jongeren van verschillende achtergronden treden gezamenlijk op. De uitdaging is, dit niet alleen te beleven in gebedsdiensten, maar ook te vertalen naar het dagelijkse leven. Niet alleen zingen over eenheid, maar ook samen optrekken na de dienst. Eenheid begint niet bij het podium, maar in het hart. Niet vergeten mag worden dat deze eenheidsboodschap ook buiten het gebeuren in de gemeenten te zien moet zijn. In de politieke arena is ‘eenheid in verscheidenheid’ een heet hangijzer. Terwijl politici soms uit elkaar drijven over etnische of ideologische breuklijnen, kunnen de gemeenten laten zien hoe het ook kan. Roeping De Volle Evangeliebeweging heeft hier een roeping, omdat zij weet wat het is om verschillen te overbruggen in de kracht van de Geest. Als zij het niet laten zien, wie dan wel? Suriname wacht niet op nog een politiek verklaring. Suriname wacht op mensen die leven wat ze belijden. En de Volle Evangeliebeweging heeft de sleutel in handen. Henk Doelwijt   Volgende week vrijdag in hoofdstuk 4: hoe samenwerking en verzoening praktisch vorm krijgen in het dagelijks leven.

Eenheid in verscheidenheid Read More »

Maranathakoor Manspasieconcert 2025 – Een viering van ziel en natie

In het midden op de foto: Maranathakoorzanger Wilfred Burgos geflankeerd door twee gasten die het hadden over een geslaagd manspasi optreden. Maranathakoor Manspasieconcert 2025 Een viering van ziel en natie Maranathakoor een parel in de kroon van Suriname Op een plek doordrenkt van geschiedenis,  de Grote Stadskerk van Paramaribo vond op 28 juni het Maranatha Manspasieconcert 2025 plaats. Een geestelijke viering op heilige grond. Het was precies daar waar op 1 juli 1863, de officiële afschaffing van de slavernij, onze tot slaaf gemaakte zich bijeen kwamen om de Heer te danken voor de verkregen vrijheid. Daar waar vrijheid in psalm werd omgezet weerklonk in 2025 opnieuw het loflied, een beleving in klank en gemeenschapzin, als een vorm van eer voor wie ons zijn voorgegaan. Het concert werd opgedragen aan twee groten van Surinaamse bodem: John Nelom en Eddy Snijders, componisten die de ziel van het land een stem gaven, de klank van Suriname hebben vastgelegd in notenschrift en herinnering. Het eerbetoon aan hen was symbolisch, geworteld in dankbaarheid en natievorming. Optredende koren waren onder meer: het Maranatha Mannenkoor, het Maranatha Vrouwenkoor, het Maranatha Kinderkoor, het Maranatha Gemengd Koor, het Politiekapel en het Harmoniekoor. Allen brachten, ieder op eigen wijze, stem aan het verleden en eerbied aan de toekomst. Zij zongen als wachters op de muren van Sion. Maranathakoor een parel in de kroon van Suriname  Het Maranathakoor is een gemeenschap, voortgekomen uit geestelijke drang en culturele bewustwording. Geboren in een tijd van sociale omwentelingen, is het koor sinds haar oprichting in 1946 uitgegroeid tot een nationale én internationale schatkamer van muzikale uitdrukking. Een tachtigjarige reis van klank en karakter gedragen door generaties die door zang hun strijd en hun hoop uitdrukten. Tussen de noten hoort men de adem van het volk, vanaf de tijd van Baas in Eigen Huis, tot aan het heden waarin lof opklinkt, als een erfgoed dat leeft en leidt. De naam “Maranatha”, vrij vertaald “De Heer komt!”, is een belijdenis van verwachting. Een roep uit het hart van gelovigen. De verwachting klinkt door in elk lied dat het koor zingt: profetisch van aard, Bijbelgetrouw van inhoud, en gezongen in de talen van het volk  Nederlands, Sranantongo en Engels. In muzikale stijl bevindt het koor zich tussen het traditionele kerkkoor en de moderne gospelgroep. Maar in geestelijke stijl is het tijdloos: dienstbaar, toegewijd, en zuiver van intentie. De invloed van het Maranathakoor op de Surinaamse christelijke cultuur is onmiskenbaar. De koorstructuur fungeert al generaties lang als een geestelijke leerschool,  een kweekschool voor discipline, gehoorzaamheid, toewijding en samenleven in de Geest. Wie luistert naar hun zang, hoort de geschiedenis van een volk, het gebed van een natie, en de belofte van een betere toekomst. Henk Doelwijt

Maranathakoor Manspasieconcert 2025 – Een viering van ziel en natie Read More »

De kracht en de uitdaging van de Volle Evangeliebeweging

Spanningen binnen de Volle Evangeliebeweging Voorwoord  De Volle Evangeliebeweging in Suriname groeit. Waar groei is, ontstaat ook spanning. In een serie beschouwingen wordt ingegaan waarom onenigheid binnen de gemeenten voorkomt, hoe tweedracht ontstaat en vooral: hoe echte eenheid bewerkstelligd zou kunnen worden. Elk hoofdstuk biedt inzicht, perspectief en een oproep tot verzoening. Niet om te oordelen, maar om wakker te maken. Verdeeldheid kan geen genezing brengen aan een verscheurde samenleving. Foto’s hebben slechts een illustratieve bedoeling.  Hoofdstuk 2  De kracht en de uitdaging van de Volle Evangeliebeweging  Hier verdiepen we ons in de bijzondere roeping van het volle evangelie in een samenleving vol culturele diversiteit.  De Volle Evangeliebeweging is geen kleinigheid. Zij is een machtige stroom, niet alleen in Suriname, maar wereldwijd. Wat begon in eenvoudige samenkomsten, groeide uit tot een beweging die miljoenen harten bereikt. Velen vinden daar wat zij elders missen: echtheid, beleving en genezing. Mensen die gebroken binnenkomen, verlaten de dienst herstelt en bemoedigt. In Suriname heeft deze beweging wortel geschoten in een samenleving die behoefte heeft aan geestelijk herstel. De littekens van de slavernij, de verscheurdheid tussen bevolkingsgroepen, het wantrouwen jegens instituties.  In zo’n voedingsbodem begon het vuur te branden. Niet op afstand, niet koel en formeel, maar dichtbij, warm en levend.  Waar vuur brandt, kan ook brand ontstaan De potentie van de Volle Evangeliebeweging ligt in persoonlijke aanraking. Het is een geloof van ervaring en ontmoeting. Een gebed is niet alleen een formaliteit, het is een ontmoeting met God. Een loflied is niet slechts een lied, het is eveneens een kanaal van vreugde. Maar die opleving kent ook uitdaging. Waar vuur brandt, kan ook brand ontstaan. Waar mensen door God worden gebruikt, ligt de verleiding van persoonlijke roem op de loer. Soms ontstaan er groepen rond sterke leiders. Niet altijd vanuit kwade bedoelingen, maar omdat mensen houvast zoeken. Echter, als de leider niet waakt over zijn eigen hart, kan de bediening veranderen van een roeping in een persoonlijk imperium. Daar ligt het gevaar. Geestelijk probleem Binnen de Volle Evangeliebeweging zien we deze spanning. Enerzijds is er een oprechte inzet voor het werk van de Heer. Gemeenten organiseren evangelisatiecampagnes. Deze inzet verdient lof en dank. Tegelijk klinkt achter de schermen soms gemor. Waarom zijn er meerdere gemeenten in dezelfde wijk? Waarom kunnen gemeenten elkaar niet altijd ondersteunen? Waarom ontstaan er spanningen bij het organiseren van gezamenlijke evenementen? Dit is niet slechts een organisatorisch probleem, het is een geestelijk vraagstuk. De gemeente dient te waken tegen tweedracht omdat dit het doel van het Evangelie ondermijnt. Verdeeldheid is als een klein barstje in een dijk: het lijkt niets, totdat het hele systeem het begeeft. Gezamenlijk optrekken In de hoopvolle kant zien we een groeiend besef van die uitdaging. In preken klinkt de oproep tot eenheid. Er worden bijeenkomsten georganiseerd met het doel om samenwerking te bewerkstelligen tussen verschillende gemeenten. Leiders zoeken elkaar op, ook al verschillen zij in stijl of achtergrond. De Volle Evangeliebeweging in Suriname staat op een kruispunt: kiezen ze voor persoonlijke belangen of voor het Koninkrijk van God? Kiezen ze voor eer en status of voor gezamenlijk optrekken? Het antwoord op die vraag bepaalt of de ziel van deze beweging blijft wat het is of nog veel sterker wordt. Suriname, met al haar culturen is bij uitstek het land waar de Volle Evangeliebeweging kan laten zien wat eenheid betekent. Niet als slogan, maar als werkelijkheid. Als de gemeente het niet voordoet, wie dan wel? Henk Doelwijt Volgende week woensdag in hoofdstuk 3: de cruciale rol van leiderschap in het bewaren van de eenheid.

De kracht en de uitdaging van de Volle Evangeliebeweging Read More »

Een bezinnende blik op een verscheurd lichaam

Spanningen binnen de Volle Evangeliebeweging Voorwoord  De Volle Evangeliebeweging in Suriname groeit. Waar groei is, ontstaat ook spanning. In een serie beschouwingen wordt ingegaan waarom onenigheid binnen de gemeenten voorkomt, hoe tweedracht ontstaat en vooral: hoe echte eenheid bewerkstelligd zou kunnen worden. Elk hoofdstuk biedt inzicht, perspectief en een oproep tot verzoening. Niet om te oordelen, maar om wakker te maken. Verdeeldheid kan geen genezing brengen aan een verscheurde samenleving. Foto’s hebben slechts een illustratieve bedoeling.  Hoofdstuk 1 Een bezinnende blik op een verscheurd lichaam  In dit hoofdstuk wordt verkend waarom spanningen en verdeeldheid ook binnen de Volle Evangelie Gemeenten voorkomen. Er wordt bloot gelegd hoe menselijke zwakheden als trots en misverstanden verdeeldheid veroorzaken in gemeenschappen die streven naar liefde en verzoening. De mens is geschapen naar Gods beeld, maar bewoont een wereld waarin het stof voortdurend wordt opgeschud door verdeeldheid. Waar twee of drie samenkomen in Zijn Naam, is Christus in hun midden. Waar mensen samenkomen, komen ook meningen, karakters, ambities en zonde bijeen. Zo is het ook binnen de Volle Evangeliebeweging, zowel in Suriname als wereldwijd. Het ideaal van eenheid is prachtig en verheven. De praktijk is vaak een ander verhaal. Wie de geschiedenis van de Volle Evangeliebeweging kent, weet dat zij geboren werd uit vernieuwing. Uit het verlangen terug te keren naar de wortels van het christelijk geloof. Het is een beweging die sterk op beleving en charisma drijft. Het risico op scheuring is groot binnen in de gelederen. Achter de schermen  Wij horen in Suriname de lofzangen luid en zien vurige gebedssamenkomsten. Achter de schermen borrelen spanningen. Leiderschap is soms niet dienstbaar maar heerszuchtig. Geestelijke gaven worden soms verheven boven het Woord. En waar persoonlijke eerzucht zich mengt met geestelijk vuur, ontstaat een gevaarlijke cocktail. Het is een strijd van vlees en geest. Het vlees begeert tegen de Geest in, en de Geest tegen het vlees in. Deze strijd speelt zich niet alleen af in het hart van de gelovige, maar ook binnen de geloofsgemeenschappen. Er is: rivaliteit tussen gemeenten, conflicten over leerstellingen, botsingen over leiderschap, financiële ondoorzichtigheid en karaktermoord en roddel in de wandelgangen, van wat een huis van vrede zou moeten zijn. Sleutel tot eenheid  Is het land verloren? Allerminst. Juist het besef van de menselijke gebrokenheid opent de weg naar herstel. De Bijbel roept op tot verontmoediging. Niet met de vinger naar de ander, maar met de blik naar binnen. Als de leiders zouden knielen en zeggen: “Heere, laat het bij mij beginnen,” zou er al iets breken van de muur van verdeeldheid. De oplossing ligt niet in regels, structuren of titels, maar in nederigheid. De Zoon van God waste de voeten van Zijn leerlingen. Hij, de hoogste, boog het diepst. Daar, in die houding ligt de sleutel tot eenheid. Ouderen zouden jongeren de ruimte moeten geven om fouten te maken en te groeien. Jongeren zouden ouderen moeten eren en luisteren naar hun levenswijsheid. Leiders zouden moeten afleren zichzelf te zien als bezitters van de Waarheid en leren elkaar als broeders te begroeten, ook al denken zij verschillend over zaken. Verzoening is goddelijk De omgang met elkaar moet geen geest van verwarring zijn, maar van orde en vrede. De kracht van de Volle Evangeliebeweging was nooit het perfecte leiderschap of de foutloze leer, maar het verlangen om God te ontmoeten. Als dat vuur behouden blijft en men tegelijk bereid is het eigen ik te kruisigen, is er hoop op herstel. Scheuringen zijn menselijk, verzoening is goddelijk. Het evangelie dat beleden wordt is het Woord van verzoening. Laat de gemeenten dat centraal stellen. In essentiële zaken eenheid, in onbelangrijke zaken vrijheid, en in alles liefde. Henk Doelwijt Volgende week woensdag in hoofdstuk 2: hoe de Volle Evangeliebeweging in Suriname eenheid zoekt in de multiculturele samenleving.  

Een bezinnende blik op een verscheurd lichaam Read More »

Pinksteren een viering van vrede en verbondenheid

Pinksteren een viering van vrede en verbondenheid https://youtu.be/NrmhGqnfTYg Zondag 8 en maandag 9 juni vieren wij Pinksteren Wanneer de regen neervalt op de roodbruine aarde en de bomen planten palmen fluisteren in de wind, wanneer de zang van vogels zich mengt met het geluid van kerkklokken en gebedsoproepen, dan weet je: het is Pinksteren in Suriname. Een feest vol geestdrift en genade, dat door het hart van de natie stroomt. Een land gezegend met veelheid Suriname – dat kleine, trotse land draagt in zijn ziel de echo van verre continenten. Hier wonen de kinderen van Afrika, Azië, Europa, andere contreien en het oorspronkelijke land zelf zij aan zij. Zij spreken hun eigen talen, bidden op hun eigen wijzen, maar groeten elkaar met dezelfde glimlach, helpen elkaar met dezelfde handen, en bouwen samen aan een bestaan dat groter is dan ieder apart. In welk ander land viert men met evenveel eerbied Ied-Ul-Adha én Pinksteren in hetzelfde weekend? Waar elders staan moskee en kerk, mandir en tempel zo vreedzaam samen langs dezelfde straten? In Suriname is dit geen uitzondering maar gewoonte, geen politiek ideaal maar dagelijkse praktijk. De boodschap van Pinksteren Het Pinksterfeest herinnert aan het moment waarop de Heilige Geest als vurige tongen neerdaalde op de leerlingen van Christus. Zij spraken plots in vreemde talen, maar iedereen verstond elkaar. Geen Babylonische spraakverwarring, maar een hemelse verstaanbaarheid. Dat wonder van communicatie en gemeenschap leeft voort in de Surinaamse ziel. Pinksteren is geen spektakel met vuurwerk en praalwagens. Het is een innerlijk feest, een beleving in de ziel. In Suriname leeft het in de verbondenheid van buren die elkanders feestmaaltijd delen. In de koorzang van kerken, bezinning, en de openheid van hart tot hart. De geest werkt in het dagelijks leven In marktkramen waar Javanen roti verkopen aan Creolen, in klaslokalen waar Hindostaanse en Marron-kinderen samen leren, in sportverenigingen, in buurtorganisaties, in de polikliniek en op het erf – daar werkt de geest van Pinksteren. Niet luid, niet trots, maar gestaag. Het is de geest die zegt: “Je bent anders, maar niet mijn vijand. Jij bent mijn naaste.” Een oproep tot bezinning Laten wij op deze Pinksterdagen stilstaan bij de heilige opdracht die ons is toevertrouwd: vrede bewaren, verbondenheid bevorderen, bruggen bouwen. Moge de Heilige Geest ons vervullen met wijsheid, mildheid en moed. Want ook in deze moderne tijden, waarin verdeeldheid soms weer de kop opsteekt, zijn wij geroepen om geestdragers te zijn – lichtdragers in donkere tijden. Levende waarheid Pinksteren is niet slechts een herinnering aan een wonder van lang geleden. Het is een levende waarheid die wij mogen belichamen, hier en nu. In Suriname gezegend met zijn veelkleurige weefsel leeft die waarheid in elke handdruk, elke gezamenlijke maaltijd, elke wederzijdse glimlach. Laten we de Geest niet doven. Laten we, met oude waarden als kompas, verder bouwen aan een samenleving waarin iedereen zich thuis voelt, geliefd, gekend en verstaan. Zo zij het. Henk Doelwijt

Pinksteren een viering van vrede en verbondenheid Read More »

Religieuze normen en waarden dragen bij aan harmonie in Suriname

Waldy Nain voorzitter PDO: “Religieuze normen en waarden dragen bij aan harmonie in Suriname” Eid Mubarak Rond Ramadan 2024 heeft Stichting Pro-humaniteit een boekje uitgegeven waarin wordt ingegaan op dit thema. Een andere hoogtijdag van de Moslims is Eid-Ul-Adha. Beide thema’s blijven actueel. Vandaag 6 juni 2025 ter gelegenheid van Eid-Ul-Adha stellen wij de samenleving in de gelegenheid om dit boek over Ramadan online te lezen. Deze publicatie is een fragment uit de casestudie: “Het ontstaan van de Partij voor Democratie en Ontwikkeling 2012-2024”. Het onderzoek werd verricht door Stichting Pro-humaniteit. Foto’s hebben slechts een illustratieve betekenis.  Javaans-segment Om de drijfveren achter het ontstaan van de politieke verenging, Partij voor Democratie, te doorgronden werd een casestudie aangepakt.   De Partij voor Democratie en Ontwikkeling (PDO) is voortgesproten uit het Surinaams-/Javaanspatroon.  Het gedetailleerd onderzoek naar het ontstaan van deze politieke organisatie begon rond de oprichting van de partij. Het was Pro-humaniteit te doen om diepgaand- en contextueel inzicht en kennis op te doen. Er werd gebruik gemaakt van kwalitatieve- en kwantitatieve dataverzamelingsmethoden. Onder meer werd bureauonderzoek, vraaggesprekken, enquêtes, discussies en observatie toegepast. Het onderzoek vond binnen- en buiten de partij plaats. Harmonie Om het onderzoeksthema te vergelijken met andere godsdienstige stromingen en te belichten werden er gaandeweg de casestudie meerdere relevante onderzoeken binnen de samenleving uitgevoerd. In het geval van politiek en religie werden respondenten uit vrijwel alle geloofsgemeenschapen betrokken. Onder andere werd geconcludeerd, dat religieuze normen en waarden bijdragen aan een harmonische Suriname. Surinaams/Javaanspatroon De partij voortgesproten uit het Surinaams-/Javaanspatroon propageert: “Het burgerrecht voor religies en culturele identiteiten is een historisch feit. Het is een culturele factor en het biedt de gemeenschap een zinvol leven. Suriname zonder religie zal geen redelijkheid en broederschap kennen.”  Heilige grondslag “Religie in Suriname is niet bedreigend. God heeft een plaats in de samenleving, omdat het goddelijke verwijst naar de heilige grondslag van de samenleving.” “Ramadan is een gepast moment om het religieuselement binnen de Surinaamse samenleving te belichten.”  Verankerd in Suriname. “De Partij voor Democratie en Ontwikkeling heeft in 2013 haar eerste Ramadan beleefd.” Verkondigd werd: “De islam ligt diep verankerd in Suriname. Het is een religieuze-, culturele- en politieke factor. Het PDO-ideaal wijkt niet af van het islamitische ideaal. Het gaat om de moraal en harmonie; eenheid onder de mensheid!”  Goede normen “De Partij voor Democratie en Ontwikkeling wil een overheid, die systematisch beleid voert om bestaande goede normen, zeden en gewoonten verder op te voeren.”   Religieuze normen en waarden dragen bij aan harmonie in Suriname. Henk Doelwijt

Religieuze normen en waarden dragen bij aan harmonie in Suriname Read More »

De Bijbel als bestuursinstrument

De Bijbel als bestuursinstrument Tori-Collectief essayreeks Deel 6: Apostel Carlo Lansdorf: “Laat het duidelijk zijn: wij spreken hier niet over een theocratie waarin niet met menselijke inzichten wetten worden geschreven. Nee, wij spreken over een geestelijk fundament. Zoals elk huis een fundament behoeft om te blijven staan, zo heeft elk land een moreel kompas nodig om niet af te glijden in corruptie en chaos. Dat kompas ligt niet verborgen in partijprogramma’s of beleidsnota’s, maar in het Woord van God. De schrift biedt geen blauwdruk voor begrotingen of beleidsdomeinen. Wat zij wel biedt, is een ijkpunt: “Weeg de geest der besluiten,” zegt de Bijbel. Niet alles wat legaal is, is rechtvaardig. Niet elke meerderheid is moreel. Waar geloof regeert, daar buigt men voor het zwakke, beschermt men de weduwe en de wees, en sluit men geen compromissen met onrecht hoe winstgevend dat ook mag lijken.” De plaats van gelovige leiders “Wanneer gelovigen de politieke arena betreden, dan moet dat niet zijn om werelds succes te zoeken, maar om lichtdragers te zijn in duisternis. Hun opdracht is tweevoudig: standvastig in principes, maar zachtmoedig in omgang. Ze moeten zich niet verschuilen achter partijstandpunten, maar zich telkens weer afvragen: Wat zou Christus doen? De Volle Evangeliebeweging heeft hierin een unieke verantwoordelijkheid. Niet omdat zij beter is dan anderen, maar omdat zij belijdt te leven in de kracht van de Heilige Geest. Dat vereist méér dan charisma; het vraagt karakter. Besturen in de Geest betekent: waarheid spreken waar het pijn doet, liefde betonen waar het schuurt, en hoop brengen waar alles dor lijkt.” Bestuurspraktijk “Waarheidsgetrouw spreken, geen vage beloften of leugens met omwegen. Laat uw ja ja zijn en uw nee nee. Verantwoordelijkheid dragen, macht is geen privilege maar plicht. Elke handtekening telt bij de troon van God. Recht doen aan de kleinen, geen enkel beleid is rechtvaardig als het de armen vergeet. Corruptie afzweren, wie geld aanbidt, kan God niet dienen. Eerlijke handen zijn zelden rijk, maar altijd gezegend. Vrede zoeken boven partijbelang, gedeeld leiderschap is geen zwakte, maar wijsheid. Gebed als bestuursinstrument, begin elke vergadering met gebed. Laat Gods Geest vrij bewegen in de raadzaal.” Slotbeschouwing “Suriname is geen goddeloos land. Het is een land dat verlangt, zoekt, en soms struikelt. Maar zolang er gelovigen zijn die opstaan, niet in naam van een partij maar in Naam van de Allerhoogste, is er hoop.” Tot zover Apostel Lansdorf. Het Tori-Collectief zal blijven schrijven, want wij geloven dat het mogelijk is: een volk dat recht doet, een regering en een natie die weer durft te dromen.

De Bijbel als bestuursinstrument Read More »

Een volk dat recht doet

Een volk dat recht doet Tori-Collectief essayreeks Deel 5: Visioen voor bestuur in waarheid “En wat eist de HEERE van u dan recht te doen, goedertierenheid lief te hebben en ootmoedig te wandelen met uw God?” Dit essay is een oproep, geen betoog; een visioen, geen verkiezingsprogramma. Wij schrijven dit vanuit de diepe overtuiging dat Suriname slechts recht zal doen aan zijn roeping wanneer zij zich laat leiden door de heilige beginselen van gerechtigheid, compassie en nederigheid zoals door God vereist. “En wat eist de HEERE van u dan recht te doen, goedertierenheid lief te hebben en ootmoedig te wandelen met uw God?”  Woorden van gelijke strekking uit de mond van Apostel Lansdorf: “Wanneer een volk herhaaldelijk struikelt, niet door gebrek aan talent of middelen, maar door gebroken moraal en het negeren van geestelijke wetten, dan is het tijd om terug te keren. Niet naar oude vormen, maar naar eeuwige waarheden.” De Bijbel als bestuursinstrument  “Laat het duidelijk zijn: wij spreken hier niet over een theocratie waarin dominees de wetten schrijven. Nee, wij spreken over een geestelijk fundament. Zoals elk huis een fundament behoeft om te blijven staan, zo heeft elk land een moreel kompas nodig om niet af te glijden in corruptie en chaos. Dat kompas ligt niet verborgen in partijprogramma’s of beleidsnota’s, maar in het Woord van God. De Schrift biedt geen blauwdruk voor begrotingen of beleidsdomeinen. Wat zij wel biedt, is een ijkpunt: “Weeg de geest der besluiten,” zegt de Bijbel. Niet alles wat legaal is, is rechtvaardig. Niet elke meerderheid is moreel. Waar geloof regeert, daar buigt men voor het zwakke, beschermt men de weduwe en de wees, en sluit men geen compromissen met onrecht, hoe winstgevend dat ook mag lijken.” De plaats van gelovige leiders “Wanneer gelovigen de politieke arena betreden, dan moet dat niet zijn om werelds succes te zoeken, maar om lichtdragers te zijn in duisternis. Hun opdracht is tweevoudig: standvastig in principes, maar zachtmoedig in omgang. Ze moeten zich niet verschuilen achter partijstandpunten, maar zich telkens weer afvragen: Wat zou Christus doen? De Volle Evangeliebeweging heeft hierin een unieke verantwoordelijkheid. Niet omdat zij beter is dan anderen, maar omdat zij belijdt te leven in de kracht van de Heilige Geest. Dat vereist méér dan charisma; het vraagt karakter. Besturen in de Geest betekent: waarheid spreken waar het pijn doet, liefde betonen waar het schuurt, en hoop brengen waar alles dor lijkt.” Bestuurspraktijk  “Waarheidsgetrouw spreken, geen vage beloften of leugens met omwegen. Laat uw ja ja zijn en uw nee nee. Verantwoordelijkheid dragen, macht is geen privilege maar plicht. Elke handtekening telt bij de troon van God. Recht doen aan de kleinen, geen enkel beleid is rechtvaardig als het de armen vergeet. Corruptie afzweren, wie geld aanbidt, kan God niet dienen. Eerlijke handen zijn zelden rijk, maar altijd gezegend. Vrede zoeken boven partijbelang, gedeeld leiderschap is geen zwakte, maar wijsheid. Gebed als bestuursinstrument, laat Gods Geest vrij bewegen in de raadzaal. Suriname is geen goddeloos land. Het is een land dat verlangt, zoekt, en soms struikelt. Maar zolang er gelovigen zijn die opstaan, niet in naam van een partij maar in Naam van de Allerhoogste, is er hoop.  Zo spreekt de HEERE: “Ik zoek naar een mens die de bres opstaat voor het land…”  Tot zover apostel Lansdorf.

Een volk dat recht doet Read More »

Fyofyo

FyofyoFort Zeelandia wan hebi na Sranantapu Tori-Collectief essayreeks Deel 4: Deze essay is de vierde in de serie waaraan wij werken, een reeks die niet slechts terugblikt, maar zich wil wortelen in waarheid, herstel en gewetensonderzoek. Fort Zeelandia, bastion van bezetting en beraad, een beladen plek als spiegel voor de natie Fort Zeelandia staat als een litteken aan de Surinamerivier. Van koloniale onderdrukking tot de Decembermoorden van 1982, het fort draagt bloed en geschiedenis. Maar ook hoop. Dit essay beschrijft hoe geestelijke leiders, waaronder uit de Volle Evangeliebeweging, deze plek trachten te reinigen en opnieuw toe te wijden. Want een volk dat zijn verleden niet eert met waarheid, bouwt zijn toekomst op zand. Vier eeuwen geschiedenis  In het hart van Paramaribo, aan de oever van de Surinamerivier, staat Fort Zeelandia als een onverzettelijke getuige van vier eeuwen geschiedenis. Niet louter een stapeling van bakstenen, maar een belichaamde herinnering aan onderdrukking, strijd en lijden. Het fort en de omgeving staan als een litteken in het landschap, dragen het gewicht van een verleden dat zwaarder is dan steen. Een verleden van koloniale overheersing, slavernij, marteling, doodslag en moord. Fort Zeelandia is een plek waar de geschiedenis nog ademt, soms in fluistering, soms in kreet. Gebouwd op geweld De oorsprong van Fort Zeelandia ligt in het midden van de zeventiende eeuw. Vanaf 1650 verschenen de eerste structuren, aangelegd door Engelse zeeschuimers, kolonisten die zich de grond van de inheemse bevolking toe-eigenden. Wat begon als een verdedigingswerk groeide uit tot een machtscentrum in de bittere strijd tussen Europese koloniale machten, Engelsen, Nederlanders en Fransen die elkaar met kruit en zwaard bevochten om zeggenschap over de Nieuwe Wereld. In 1667 viel het fort in handen van de Zeeuwse vloot onder leiding van Abraham Crijnssen. De bezetting veranderde, maar de aard bleef dezelfde: overheersing, extractie, onderwerping. Daar waar inheemsen ooit vrij leefden werd slavernij ingevoerd, vloeide nu het bloed van de onderdrukten. Het bastion werd militair hoofdkwartier, gevangenis en tuchthuis. De naam veranderde, maar de functie niet. Fort van slavernij en straf De koloniale tijd bracht met zich een barbaars regime van slavernij en tucht. Fort Zeelandia werd een plek van angst. Tot slaaf gemaakte Afrikanen werden hier vastgehouden, gemarteld, publiekelijk vernederd. Men werd gegeseld, gebrandmerkt, geradbraakt, opgehangen of levend verbrand, straffen die het hart doen verkrampen en de ziel doen beven. Het fort deed dienst als huis van bewaring. Criminelen, al dan niet schuldig, ondergingen hun straf in omstandigheden die verre van menselijk waren. Dwangarbeid, kettingen, honger en isolatie bepaalden het bestaan. Hier was het recht krom, en genade zeldzaam. Politiek geweld In de jaren tachtig werd het fort in bezit genomen door militaire coupplegers. Het bloed van het verleden werd opnieuw opgewekt. In de nacht van 7 op 8 december 1982 werden critici van het militaire regime daar vastgehouden, gemarteld en geëxecuteerd. De kogelgaten in de muur van Bastion Veere getuigen van deze wandaad. De Decembertragedie markeerden niet slechts een tragisch hoofdstuk, maar een voortzetting van het patroon waarin Fort Zeelandia telkens opnieuw fungeerde als toneel van onderdrukking. De geschiedenis had zich niet herhaald, ze had zich voortgezet. Energetische last en spirituele zuivering  Zulke gruwelen laten sporen na, niet enkel in de geschiedschrijving, maar in de atmosfeer. Een beklemmende sfeer, een gevoel van onrust, alsof het lijden van weleer in de muren is gekropen. De plek lijkt energetisch ‘belast’, alsof de geesten van de gemartelde er nog altijd dwalen. In reactie daarop zijn er door de jaren heen rituelen van geestelijke reiniging uitgevoerd. Christelijke en hindoeïstische gebedsdiensten, waterwijdingen, brandende kaarsen, heilige rook, allen proberen zij, op hun manier, de plek te zuiveren. Het is een symbolische poging tot herstel: niet om het verleden te wissen, maar om de ruimte opnieuw te wijden aan leven en waarheid. Ook de huidige president van de republiek heeft dit besef omarmd. President Santokhi laat geestelijke leiders van verschillende denominaties toe tot het paleis en het kabinet. Niet alleen om te bidden en zegeningen af te smeken voor zijn bestuur en het welzijn van het land, maar ook om de energetische geladenheid tegen te gaan die deze plaatsen aankleeft door hun geschiedenis. Vooral leiders uit de Volle Evangeliebeweging nemen hierin een actieve rol. Onder hen bevindt zich Apostel Lansdorf, die met gebed, zalving, lofzang en profetisch spreken deze ruimten inwijdt met het uitspreken van bevrijdingsgebeden, zoals beschreven in de Bijbel: “Is iemand onder u ziek, laat hij de oudsten der gemeente tot zich roepen, en laten zij voor hem bidden en hem zalven in de naam van de Heer.” Zulke handelingen zijn geen folklore, maar diepe geloofsgebruiken om door de kracht van de Heilige Geest reiniging en herbestemming tot stand te brengen. Het Presidentieel Paleis een verwante last Op steenworp van het Fort liggen het Presidentieel Paleis en het Kabinet van de President, het machtscentrum van het land. Ook deze plekken dragen een zware historische en symbolische last. Gebouwd in koloniale tijden, fungeert het paleis als het decor van vele politieke drama’s, inclusief momenten van nationale crisis en conflict. Ook hier zijn en worden gebedsdiensten gehouden, reinigingsrituelen voltrokken. Het volk weet: macht zonder moreel kompas leidt tot verderf. Daarom bidt men niet alleen voor de leiders, maar ook voor de plek vanwaar zij regeren. Fort Zeelandia als spiegel Wat moet men doen met een plek als Fort Zeelandia? Slopen? Verzachten? Vergeten? Een volk dat zijn verleden vergeet, veroordeelt zichzelf tot herhaling. Fort Zeelandia moet blijven staan, maar niet als een monument van trots. Het moet zijn als een spiegel, waarin elke generatie haar geweten onderzoekt. Het is aan het volk, gelovigen, historici en dichters om de waarheid onder ogen te zien, recht te doen aan de doden, lessen te trekken voor de levenden. Het fort is geen toeristische trekpleister, het is een altaar van herinnering. Het verdient onze eerbied, ons mededogen en onze moed om de geschiedenis niet te verbergen, maar te verklaren. Want zolang Fort Zeelandia staat, klinkt de stem van het verleden. En wie luisteren wil, zal horen wat nooit meer mag worden herhaald.

Fyofyo Read More »

“Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben”

Apostel Carlo Lansdorf:“Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben” Tori-Collectief essayreeks Deel 3: Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben. Over geloofstrouw en de plaats van Winti in het publieke debat. Dit derde essay snijdt een pijnlijk en actueel thema aan: hoe gaan we om met religieuze diversiteit, specifiek wanneer het aankomt op de plaats van Winti in nationale rituelen? Het vertrekpunt is een ontmoeting op het presidentieel paleis, waar de spanning tussen Bijbelse exclusiviteit en multiculturele tolerantie zichtbaar werd. Het stuk roept op tot zuivere theologie zonder verborgen koloniale reflexen, waarheid in liefde, zonder aanzien des persoons. Op de middag van 3 februari verscheen Apostel Lansdorf, met zijn gebruikelijke spoed en ernst, op het hoofdkwartier van het Tori Collectief. Zijn bezoek was, zoals men zou zeggen, van doktersaard kort, dringend, maar niet zonder betekenis. Ik liet de gelegenheid niet onbenut om hem met een mengeling van humor en ernst te wijzen op zijn afwezigheid bij onze bijeenkomsten. Wij missen zijn scherpte, zijn wijsheid, zijn geestelijke evenwicht bij het breinen en discussiëren over zaken van gewicht. Hij is immers een man van geleerdheid, ervaring en doorleefde overtuiging, een klankbord van waarde, zo niet onschatbaar. Met zijn kenmerkende hoffelijkheid verontschuldigde hij zich, maar wees er fijntjes op dat hij slechts een paar minuten had. Hij was onderweg naar het jaardagfeest van Zijne Excellentie, de president. Zonder aarzeling nodigde hij mij uit hem te vergezellen, en ik stemde toe. Onderweg, in de schaduw van de wandelgangen, konden we van gedachten wisselen zoals oude denkers dat doen: vrij, diepgaand en zonder omhaal. Het feest, gehouden in de tuin van het presidentieel paleis, was geen vertoon van pracht en praal. Integendeel, het was eenvoudig, ingetogen maar geladen met symboliek. Geen rijen diplomaten, geen elite in maatpakken. De gasten waren arbeiders, landbouwers, mensen van het veld, de zogeheten ‘kleine man’. Het was een bewuste keuze van de president, een gebaar dat, hoe eenvoudig ook, diepe weerklank vond. Tijdens de bijeenkomst nam een manspersoon het woord. Hij stelde zich voor als adviseur van de president en sprak over religie in een multiculturele samenleving. In zijn betoog prees hij enkele geloofsrichtingen expliciet: het hindoeïsme, de islam, het christendom, stuk voor stuk genoemd als bouwstenen van nationale harmonie. Maar zijn toon werd scherp toen hij sprak over Winti. Hij verklaarde ronduit niets te moeten hebben van Winti Bribi een geloof dat volgens hem ‘meekwam uit de slavernij’ en daar had moeten blijven. Die woorden sneden. Alsof de geschiedenis van een volk als ballast werd afgeschreven. Alsof de geestelijke nalatenschap van voorouders kon worden weggezet als folkloristisch bijgeloof. Ik keerde mij tot Apostel Lansdorf, een vooraanstaand leider binnen de Volle Evangeliebeweging. “Hoe vind je dat?” vroeg ik. “Dat Winti Bribi niet welkom is op het paleis?” Hij keek me aan, de ogen een tikje vermoeid, maar de stem helder en beslist: “De God van de Christenen is een jaloerse God.” Hij verwees, zoals het een bijbelman betaamt, naar de Tien Geboden, het fundament van de goddelijke orde zoals gegeven op de Sinaï: “Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben. “Gij zult u geen gesneden beeld maken … noch u daarvoor neerbuigen.” De God van Israël duldt geen rivalen. Hij eist trouw, exclusiviteit, geen gedeeld altaar, geen gedeeld hart. Dit is geen moderne soepelheid, maar oeroud geloof. En in dat licht is de afwijzing van Winti een religie met meerdere entiteiten, rituelen en voorouderspiritualiteit volgens Lansdorf geen kwestie van discriminatie, maar van gehoorzaamheid aan een heilig gebod. Toch dringt zich een prangende vraag op. Een die velen fluisteren maar weinigen luidop durven stellen: Hoe rijmt Lansdorf zijn strikte gehoorzaamheid aan dit eerste gebod met zijn samenwerking met president Santokhi – een publieke belijder van het hindoeïsme? Want is het hindoeïsme ook niet een religie met vele goden, rituelen en beelden? Waarom lijkt Winti onbespreekbaar, maar wordt het hindoeïsme beleefd verwelkomd aan staatsrituelen en nationale gebedsdagen? De Bijbel zelf aarzelt niet om dit spanningsveld te benoemen: “Trek niet in een ongelijk span met ongelovigen. Want wat heeft gerechtigheid gemeen met wetteloosheid? Of wat heeft het licht te maken met de duisternis? … Welke overeenstemming is er tussen de tempel van God en afgoden?” Maar dezelfde Schrift kent ook andere tonen. De Heer sprak met Samaritanen. Hij geneest heidense kinderen. De apostel Paulus, scherp als een zwaard in doctrine, sprak tot filosofen en afgodenvereerders, zonder zijn geloof te verloochenen. Daniël diende een heidense koning, zonder zijn God te verraden. Wat leert ons dit? Dat de weg tussen waarheid en vrede geen eenvoudige is. Er is een tijd om te waarschuwen, en een tijd om te luisteren. Een tijd om af te zonderen, en een tijd om te verbinden. Niet alles wat verdraagzaam is, is waar. Maar ook niet alles wat waar is, moet met het zwaard verdedigd worden. Wat betreft Winti: het wordt vaak met argwaan bekeken, deels om theologische redenen, maar ook, zo moeten we eerlijk erkennen om historische en raciale. Winti is het geloof van tot slaaf gemaakte. De schaduwen van het kolonialisme hangen er nog altijd boven. Hindoeïsme daarentegen, hoe vreemder voor het christelijk dogma ook, is gekoppeld aan een bevolkingsgroep met bredere maatschappelijke acceptatie en meer politieke vertegenwoordiging. Is de afwijzing van Winti dan zuiver theologisch? Of een echo van koloniale rangordes? De brief van Jakobus spreekt scherp: “Gij zult het geloof in onze Heere Jezus Christus niet combineren met aanzien des persoons.” Wie onderscheid maakt tussen geloofsgemeenschappen op grond van afkomst, pleegt heiligschennis. Dan is het niet God die regeert, maar het vooroordeel van mensen. Apostel Lansdorf bidt met de president. Hij wandelt door de gangen van de macht, maar draagt zo mogen we hopen in zijn binnenste de stem van het Woord. Moge hij, en zij die met hem staan, de moed hebben deze vragen niet te mijden, maar aan te gaan met liefde én waarheid. Want zout dat niet meer schuurt, verliest zijn kracht. En licht dat zijn helderheid verliest, kan zelfs een paleis niet verlichten.

“Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben” Read More »

U kunt de inhoud van deze pagina niet kopiëren