Ronny Brunswijk schittert tijdens de viering van 12 jaar PDO
In September jongstleden kondigde PDO-voorzitter Waldy Nain, met veel fanfare de reguliere jaarvergadering van de partij aan in de eerste week van december.
Er wordt om meerdere reden gesproken van een bijzondere bijeenkomst.
De oprichting van de PDO die haar dertiende levensjaar ingaat wordt gevierd.
Met de Algemenen Vrije en Geheime-verkiezingen van mei 2025 heeft de ontmoeting dit jaar een speciaal karakter.
Daar bovenop staat het samenwerkingsverband tussen PDO en ABOP.
Brunswijk hartelijk binnengehaald
Zaterdag 7 december was het zover. Ronnie Brunswijk voorzitter van de Algemene Bevrijdings en Ontwikkelings Partij en gevolg werden hartelijk binnengehaald in het hoofdkwartier van de Partij voor Democratie en Ontwikkeling.
Politici gaan over de tong.
Vuilspuien is een standaardmethode waarmee politici elkaars glans trachten te verbleken.
De PDO relativeert: āHet politiekfirmament heeft een gabbercultuur. De firmanten kennen elkaar goed, ze weten wat ze aan elkaar hebben.
Er wordt in de samenleving van die en die, van iedereen een boekje opengedaan.
Volgens de aantijgingen, is niemand het leiderschap over Suriname waard.
Er wordt zoveel gezegd, beweerd, ontkent, geoordeeld en goedgepraat.
De vraag is: welke politicus is brandschoon?
Wie zonder zonde is mag zijn hand opsteken.
Iedereen heeft een handje in de Surinaamse pap.
Het volk gaat niet vrijuit.
Elk volk krijgt de leiders die het verdient.ā
Waar wringt de schoen?
Diep in het hart weet men waar de schoen wringt.
Vrijwel iedereen is getekend door het koloniaalverleden en de staatsgreep gepleegd door de Groep van 16.
Van Brunswijk wordt met stelligheid gezegd: āRonnie groeide als landskind op tot wat hij nu is.
Het leefklimaat van Suriname heeft hem gevormd.
Hij heeft angsten doorstaan.
De stoere man heeft traumaās, gedrags- en beroepsziekten opgelopen.
Ergens zijn alle Surinamers verminkt.
De pijn zit vanbinnen
De wonden zijn nog niet genezen.
De littekens zijn onuitwisbaar.
Egyptisch dodenboek
In de oude tijd werd het Egyptisch Dodenboek in het graf van de dode gelegd als pleidooi van onbevlekte levenswandel, wanneer hij voor de god Osiris, zijn hemelse vader zou komen te staan.
Met de verkiezingen voor de deur is het toepasselijk om een vrij-vertaald fragment uit het dodenboek te citeren.
Het geeft aan, dat de vraagstukken die de oude Egyptenaren bezighielden vandaag nog actueel zijn.
Welke politicus kan zweren:
āIk heb geen melk weggenomen uit de mond van kinderen.
Ik heb de gewichten van de weegschaal niet verzwaard.
Ik heb niet belasterd.
Ik heb niemand doen huilen.
Ik heb geen leed veroorzaakt.
Ik heb de mens geen kwaad gedaan.
Ik heb niets gedaan waar de goden van gruwen.