Onderzoek heeft uitgewezen: “Scholieren komen uit diverse gezinnen, die zowel qua grootte als samenstelling variatie vertonen.

De meeste kinderen, 48% geeft aan dat het aantal personen in hun huishouden varieert van 5-7 personen, terwijl 19% woont in een huishouden dat 10 of meer gezinsleden telt.

Ongeveer twee derde van de kinderen, 62%, woont met vader en moeder onder één dak, waaronder 12% behalve ouders ook andere familieleden inwonend heeft.

39% woont niet met beide ouders, waarvan 22% alleen met de moeder of alleen met de vader (4%), soms met de moeder en soms met de vader (3%).

Het aantal kinderen dat helemaal niet met de ouders woont is 8%, waarvan 1% in een residentiële kinderopvanginstelling verblijft.”