Het contact tussen het ministerie en het instituut loopt via het Bureau Voorgezet Onderwijs, de Inspectie van het Voortgezet Onderwijs en zo verder naar de directie en de minister. Het Bureau Voortgezet Onderwijs, trekt docenten aan en voorziet het IMEAO van onderwijzend personeel.

VOS-onderwijsgebeuren
De Inspectie van het Voortgezet Onderwijs Senioren, houdt toezicht en oefent controle uit op het totaal VOS-onderwijsgebeuren. Naar directie en docenten wordt een adviserende taak uitgeoefend. De overheid geeft aan: Het onderwijs zal afgestemd zijn op de vorming voor de Surinaamse samenleving en de regio.

30% VOJ geschoold
Eendere van de bevolking heeft als hoogste opleidingsniveau Voortgezet Onderwijs Junioren. Slechts elf procent heeft onderwijs gevolgd tot het middelbaar niveau.

11% middelbaarniveau geschoold
Volgens statistisch materiaal heeft zeven procent van de bevolking geen onderwijs genoten. Slechts 60 procent van de kinderen maakt het Gewoon Lager Onderwijs daadwerkelijk af.

4% universitair geschoold
Niet meer dan vier procent van het kader heeft een Hoger Beroeps Onderwijs – of universitair opleidingsniveau. Er is een kloof tussen de onderwijskansen die geboden worden aan stads- en districtsbewoners.

Daarnaast zijn er indicaties dat het onderwijssysteem niet voldoende aansluit op de Surinaamse behoeften en/of niet de plaats krijgt die het verdient.

Regionale ontwikkeling
Bij de formulering van het onderwijsbeleid wordt niet alleen uitgegaan van de knelpunten. Er is rekening gehouden met regionale en internationale ontwikkeling. In dit kader is het beleid ontleend aan het Surinaams Educatief Plan en is het mede gestoeld op de Caribbean Education Strategy en de World Declaration on Education for All.

Zorgvuldige benadering
De herstructurering van het onderwijs moet op wetenschappelijk verantwoorde wijze vastgelegd worden. Het vraagt zorgvuldige benadering van wetenschappelijke methoden en technieken om cijfers en feiten, trends en aannames te verzamelen, te ordenen en te interpreteren.

Samenspraak
Door te analyseren, te vergelijken, te verbeteren, aan te passen en nieuwe terreinen op te zoeken, moeten we in samenspraak komen tot onderwijsvernieuwing. Stenen gooien naar het onderwijs is niet de weg die het IMEAO-1 zich voorstelt.

Vuur na aan de schenen
Het onderwijsbeleid wordt regelmatig in alle lagen van de samenleving besproken en de beleidsmaker, de overheid, wordt het vuur na aan de schenen gelegd. Maar ook in dit geval geldt: ‘Het zijn de slechtste vruchten niet waaraan de insecten knagen.’

Verbeteren
En als de verandering eenmaal is doorgevoerd, zal ongetwijfeld de roep naar vernieuwing weer galmen. Vernieuwen, beter gezegd verbeteren van het onderwijs was in 1950, 1960 en 1980 dringend gewenst. In 2012, het 29ste bestaansjaar van het IMEAO en vandaag is vernieuwen weer een kerngedachte.

Wordt vervolgd.