Deel 6 van 20

Demonstratie aan de Dr. Sophie Redmondstraat nabij het standbeeld van Kwakoe. De leuzen op de spandoeken demonstreren nationalisme, de drang naar zelfbestuur.Ā 

Onderwijsstremming

Wij herinneren ons nationalist en onderwijsvakbondsleider Hendrik Sylvester, die in de jaren tachtig de kern van de onderwijsstremming etaleerde: ā€˜De samenwerking, het meest essentiĆ«le samenspel tussen de school en de overheid, (vroeger het gouvernement), is vanaf de koloniale tijd stroef geweest. De tekortkoming is altijd financiĆ«le middelen.

Onderwijsfilosofie
Geld en het ontbreken van een samenhangende onderwijsfilosofie en strategie, meer nog een nationale denkwijze, zijn struikelblokken bij de groei naar een beter niveau in Suriname.’

Lange voorbereiding
Het Instituut voor Middelbaar Economisch en Administratief Onderwijs is het resultaat van een lange voorbereiding, die al begon vóór de jaren zeventig van de vorige eeuw.

Er werd onderzoek gepleegd naar het functioneren van het middelbaarhandelsonderwijs in relatie tot de eisen die de maatschappij stelde aan middelbaar gevormde comptabele krachten.

Vernieuwingsvoorstellen
Om vernieuwingsvoorstellen aan te dragen, werd in januari 1980 de Commissie Inzake Functionering van het Middelbaar Handelsonderwijs ingesteld. Deze bestond met voorzitter Eduard Ritfeld, uit de leden: Ferdinand Belfor (hoofdinspecteur), Wim Uitermarkt (docent), Frank Goede (ondernemer), Erwin van Frederikslust (docent) en de administratieve kracht F.H. Lutz-Donkel.

Volhardend werken
De opdracht was: volhardend helpen zoeken naar een systeem van vernieuwend leren en onderwijzen binnen een zich wijzigende maatschappelijk context, die beter zou aansluiten op de maatschappij van morgen.

Aanbevelingen
De commissie deed binnen acht maanden de aanbeveling om te komen tot een structuur voor middelbaar economisch onderwijs. Deze diende niet een specialistische, maar een meer algemene oriƫntatie op beroepen van economische en administratieve aard te omvatten. Dit met een zekere gerichtheid op bepaalde functies, zoals deze in Suriname voorkomen.

Inrichting
De inrichting diende zodanig te zijn, dat de studenten in de gelegenheid werden gesteld zich naar hun aanleg en hun belangstelling zo goed mogelijk voor te bereiden op het beroep en/of de functie, die zij na beƫindiging van de studie dachten te vervullen.

Waarborgen
De opleiding zou moeten waarborgen, dat zowel het economische als het administratieve aspect ten behoeve van de beroepsuitoefening tot uiting kwam. Gedacht werd aan een driejarige opleiding, met in het eerste leerjaar een basisopleiding voor alle studenten.

Begeleiding
In het tweede leerjaar kon gekozen worden uit vier richtingen: de Administratief-Economische, de Bestuurlijk-Economische, de Commercieel-Economische en de Secretarieel-Economische. De gediplomeerde kreeg toegang tot hoger onderwijs. De commissie deed de aanbeveling om een afzonderlijk orgaan in het leven te roepen, belast met de begeleiding om te komen tot het IMEAO.

Commissie Achaibersing
De Commissie Achaibersing werd in oktober 1980 benoemd om de aanbevelingen van de Commissie Ritfeld verder uit te voeren en mee te werken.

Begeleidingscommissievoorzitter Ewald Achaibersing, had de ondersteuning van de leden Sanimin Djasmin, vertegenwoordiger Hoofd-afdeling Onderwijs, Erwin van Frederikslust van de Evaluatiegroep, Eduard Lieuw Ā A Len van de MHS 1, Nadia Ragghoe- Alwart† van de MHS-avondschool en Waldemar Tirion, vertegenwoordiger van de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven.

Betrokkenheid

Het kader van de Middelbare Handelsscholen werd nauw betrokken bij de implementatie. De daarvoor in aanmerking komende instanties werden geraadpleegd.

De leerkracht August Duttenhofer werd benoemd als directeur van het IMEAO-1.

ā€˜Wij hebben doorgezet. Met noeste arbeid, vallen en opstaan werd het IMEAO opgetrokken.’

Wordt vervolgd.

U kunt de inhoud van deze pagina niet kopiƫren