Deel 3 van 20
Fragmenten uit: “De leerling maakt de meester” het jubileumboek van het Instituut voor Middelbaar Economisch en Administratief Onderwijs -1. Deze publicatie werd gemaakt rond het dertigjarig bestaan van het instituut in 2012.
ISBN 97899914-7-128-0
IMEAO-1 draagt al 40 jaar oplossingen aan die gevonden worden door bewust en op verantwoorde wijze wetenschappelijk bezig te zijn met het instituut.
De afstamming van de IMEAO’ er
Het Handelsinstituut Paramaribo op de Hoek van de Keizer- en Jodenbreestraat te Paramaribo, opgericht op 1 juli 1947. Een gevestigde naam vooral waar het ging om cursussen handelscorrespondentie in de talen Nederlands, Engels en Spaans, Algemene ontwikkeling, machineschrijven en stenografie.
De oprichtingsdatum van Handelsinstituut Paramaribo demonstreert het nationalistisch gevoel dat de Surinamer uit die tijd bezielde
Menig leidinggevende in Suriname heeft bij dit instituut leren typen. Ook Jane Simons-Turney, de huidige directeur van het IMEAO-1.
Beroepsonderwijs in de koloniale tijd: aankomende ambachtslieden, zoals kleermakers en timmerlieden, leerden de kneepjes van het vak in de praktijk bij een baas. Beroepsonderwijs kwam pas laat in de negentiende eeuw tot stand met een cursus voor de opleiding tot machinist.
Nazaat
De IMEAO’ er als nazaat van de administrateurs en bedrijfsleiders uit de koloniale tijd is heden ten dage deel van een breed segment binnen de samenleving, de ruggengraat van bestuur en bedrijvigheid.
Doopceel
Wie is de IMEAO’ er? Waar komt hij vandaan? Om deze vragen te beantwoorden werd de doopceel gelicht.
Het navorsen van de afstamming van het IMEAO-segment in de samenleving voerde ons terug naar de tijd van de Wilde Kust. De adrenaline van Spaanse, Engelse, Hollandse, Franse, Portugese en andere zeeschuimers borrelde.
Op de aardbol gekerfd
Het Amerikaanse continent werd gekerfd op de aardbol en Suriname werd op de wereldkaart geplaatst.
Het Surinaamse volk is er één van immigranten met een geschiedenis van ampertjes 350 jaar. Europeanen, Afrikanen, Aziaten en andere volken maakten deel uit van de volksplanting. Ieder met eigen achtergrond en bijzonderheden nam kennis en kunde mee.
Zeggenschap
In de zeventiende en achttiende eeuw zwaaiden de gouverneur en hoge ambtenaren de scepter. Via het Hof van Politie hadden de plantage-eigenaren en andere structuren zeggenschap in het bestuur. Slaven, soldaten, zeelui, tuchthuisboeven, vrijgekochte slaven en kleurlingen waren de werkkrachten.
De stadsslaven vooral groeiden op tot dienstverleners, verkopers en administrateurs.
Handel en vrije ambachten
In de negentiende en twintigste eeuw klommen mulatten op in het bestuursapparaat, de handel en vrije ambachten. De oorsprong van de mulatten wortelt diep in de begindagen van de kolonie. Er ontstond bloedverwantschap tussen Indianen, Europeanen, Afrikanen, Joden en Aziaten. Dit menstype van gemengd bloed ontrolde zich tot een klasse van vrije ambachtslieden, handelaren en dienstverleners.
Wordt vervolgd.