Wijsgeer op zijn sterfbed
De letterkunde was de bezigheid van een gering aantal bewoners. De meesten en zelfs vooraanstaanden keken niet om naar het boek. De drang tot vermeerdering van kennis was enigszins opgewekt, maar de zucht tot lustig vermaak trok aan de andere kant.
In de publicatie ‘Wijsgeer op zijn sterfbed’ kwamen spitse, grappige passages voor, wat niet strookte met de opvattingen van de Gereformeerde Kerk. De pennenvrucht werd betiteld als: ‘godsdienst aanrandende geschriften.’
Het werd een rechtszaak. Gevraagd werd in het vervolg te waken voor het uitgeven van dergelijke laster. Het Hof besliste, dat aangezien de auteur geen lid was van de Gereformeerde Kerk en het stuk reeds was gedrukt, dat het kon doorgaan.
De gouverneur bepaalde, dat voortaan niets mocht worden gedrukt zonder approbatie. Stukken van theologische aard moesten vooraf ter inzage gegeven worden aan den oudste predikant van Paramaribo.
Een open boek is een brein dat spreekt, een gesloten boek is een vriend die wacht, een vergeten boek is een ziel die vergeeft.